Logo  
     
  Sinds kort ben ik in contact met David Sontrop, die samen met Marcel van Grinsven, Rene Daniels en Michiel van der Smeede een grote interesse heeft in oude professionele studiocamera's. Ik waardeer dat en daarom schreef ik hem een samenvatting van mijn ervaringen als beeldtechnicus :  
     
  Beste David,  
     
 

Omdat ik waardeer, wat jullie doen, wil ik vertellen met welke camera's ik gewerkt heb :

 
     
  1 juni 1979 kwam ik bij de NOS in dienst als "electronica-monteur". Met mijn opleiding op de Philipsschool kon ik na 5 jaar Philips Telecommunicatie in Huizen in het Broederhuis te Bussum komen werken.  
     
 

Eén van mijn eerste klussen was het maken van 98-polige LDK-3 kabels. Niet eenvoudig, want, zoals je wellicht weet, hebben de verschillende lagen draadjes bijna geen kleurcodering, slechts de eerste draad (rood) en de laatste (blauw) van een groep zijn gekleurd, de rest is gewoon wit. Dit kon snel tot fouten leiden, wat ook gebeurde. Zo heb ik in de Tweede Kamer, in Den Haag, alle pluggen (chassisdelen en kabeldelen) moeten vervangen. De camera's aldaar hadden allemaal een blauwe kleurzweem, vanwege…inderdaad aansluitfouten door gespiegelde aansluitingen.


Ook bouwden wij bijvoorbeeld rood-signalering op LDK-14's om deze ENG camera in een meercamerasituatie te kunnen gebruiken. Alles, wat toentertijd benodigd was in de studo's, werd in eigen beheer ontwikkeld (afdeling Onderzoek & Ontwikkeling in Bussum, O&O) en door ons (Afdeling Installatietechniek) gebouwd. Zelfs faders en hele geluidstafels werden niet gekocht, maar door het bedrijf zelf ontwikkeld. (das war einmal, het mocht goud geld kosten).

 
     
  Oktober 1987 werd ik beeldtechnicus/shader  
     
 

De eerste camera's, waarmee ik werkte, waren de LDK-3, de LDK-6, de LDK-14 en de LDK-25

 
 
 
  LDK-3  
 
LDK-3 met ShotBox
 
     
   
     
 

De LDK-3 ken jij dus goed. Hij werd toentertijd de "Rolls Royce" onder de camera's genoemd door de cameramensen. Dat zou je nu niet meer zeggen, maar je begrijpt, dat men toen veel slechtere, eenvoudigere camera's gewend was.

Als hij goed afgeregeld was, had hij een prachtig plaatje en hij was redelijk goed te shaden. De LDK-3's in opleidingscentrum Santbergen hadden een zogenaamde "shotbox", waarmee je shotinstellingen kon opslaan en snel weer voor kon zetten, een techniek die verder nergens bij ons was doorgevoerd.

 
 
 
   
  LDK-25  
   

Ook de LDK-25 (*** zie Reacties) was een buizencamera. Met deze camera's moest je als shader altijd voorkomen, dat er een felle lichtbron in de lens scheen, want dan brandde hij direct in (Zo namen mensen uit het studiopubliek rustig flitsfoto s naar de lens toe…en dan moest ik supersnel het diafragma sluiten…Ik was daar zeer alert op (zelfs bij CCD camera's, later, deed ik dit ook nog, haha). Eenmaal ingebrand vlak vóór een uitzending zoomden we in op een stuk "wit" (beeldvullend) en schoven we het diafragma helemaal open. Op die manier brandde het HELE target van de buizen in en zag je de vlek niet meer. Maar dit verouderde de buis natuurlijk wel, haha. Maar je MOEST iets doen.


Bij de LDK-25 waren dezelfde opnamebuizen gebruikt als de LDK-3, maar dan in een horizontale opstelling. (Zie de uitstulpingen op de foto's hierboven). Dit was gedaan, zodat de cameraman/vrouw beter over de camera heen kon kijken; zijn/haar viewer zat gewoon een stuk lager dan bij de LDK-3, wat natuurlijk prettig was. Nadeel was dat de buizen "aan hun buisvoet hingen" en daardoor nog wel eens los gingen zitten en dat gaf natuurlijk veel problemen. Hierdoor ging de camera buitengewoon vaak uit zijn dekking, die tijdens uitzending dus constant werd bijgeregeld door de onderhoudstechnicus.

OpnameBuis
 
Tr-19
In de CCK van Trein-19, met LDK-25 monoknoppen en bijgebouwde OCP's
(Arno - Belichter, Hans - Onderhoudstechnicus en Tjerk - Schakeltechnicus)
 

De camerakabel was een 39-polige multikabel. Dunner dus dan die van de LDK-3, maar nog altijd zwaar en stug.
Ik heb dus shaden geleerd op oa. deze camera. Dat was het moelijkste, dat er was. Zelfs het zwartniveau moest echt per shot, en per kleur bijgesteld worden. De monoknoppen waren een soort verticale schijven, waarmee je maar moelijk snel kon werken.

De buizencamera's waren een stuk instabieler dan de huidige types en hen shaden was een ware kunst, die ik uiteindelijk wel onder de knie gekregen heb en de huidige CCD cams waren hierdoor een eitje voor mij, haha.

 
 
  LDK-14  
     
 
 
     
 

De LDK-14 was een kleine buizencamera, die meestal als portable "vliegende keep" werd gebruikt. Ook deze camera moest heel vaak gedekt worden. (ENG-)Cameramensen en techneuten hadden atijd een zg "L-etje" bij zich om hem hierop in te regelen (horizontale- en verticale dekking van Rood en Blauw), een heel gedoe vergeleken de huidige camera's (maar je wist niet beter).

Hij werd aangesloten op de (door ons portable gemaakte) basestations, die wij altijd los moesten bijbouwen, omdat die niet vast in de studio's zaten en overal verhuurd moesten kunnen worden (over ONZE rug…)

 
 
 
  LDK-6  
 
Cameraman Emiel Jansen achter de LDK-6 (met "gewone" Triax kabel)
 
     
 

De LDK-6 vond ik persoonlijk de mooiste camera. De bediening via het MCP was nieuw en ook de hele automatische inregelprocedure via de 'dia" vond ik prachtig! Hij was (qua shading) ook stabieler dan de eerder genoemde cams. De opnamebuizen stonden weer verticaal en haar monoknoppen waren de mooiste, waar ik ooit mee gewerkt heb.


Voor het eerst werd een Triax kabel gebruikt. Een 3 aderige coaxkabel met gemoduleerde signalen voor Extern-1 en 2, de viewer enz.
In de "studio's" (1 t/m 6) gebruikten we zg. "Power Triax" kabel. Deze kabel was speciaal voor de NOS ontwikkeld (!!). Het was een zware stugge kabel, waar via twee dikke extra aders 220 Volt in meegenomen werd voor de autocue's. Een unieke kabel (die alleen in de studio's werd gebruikt, omdat reportagewagens die aansluiting niet hadden) en ook hier werd er dus niet op geld gekeken.

 
 
 
  LDK-90  
 

Met de komst van de CCD chip in oa. de LDK-90 kwam er (Gelukkig? Ben jij het vast niet mee eens, haha) een einde aan het buizentijdperk. De eerste types waren gewoonweg NIET te shaden; echt, het zag er niet uit. Al was het maar, omdat de opname targets gevoeliger waren dan we gewend waren. Lichtontwerpers moesten stante pede hun lichtstanden naar beneden brengen en ik moest opnieuw leren shaden. de scherpte ervaring was totaal anders en de monoknoppen waren mechanisch van veel mindere kwaliteit (de eerste dunne "pookjes").


Voordeel was wel, dat er sindsdien veel minder licht in de studio nodig was. Het was echt te merken : als je vroeger een studio binnen kwam, waar het licht vol brandde, dan rook je gewoon het verbrande stof op de spots en dat gaf zo'n echte "studiogeur", haha.

 
 
 
  Sony  
 


In de jaren 90 kwam er een eind aan het "Philips tijdperk". Men zegt, dat onze toenmalige directeur Horstra, vanwege een persoonlijk conflict met Philips, met het japanse Sony in zee ging.


Daar moesten wij ECHT heel erg aan wennen; aan die camera's uit het land van de rijzende zon. Mechanisch en electronisch waren zij totaal anders dan wij gewend waren. Ik herinner mij een delegatie uit Japan, die langs onze exemplaren wandelde en alle door ons aangebrachte wijzigingen in hun kladblokje noteerden; zoals een scriptbordverlichting, dat door ons professorisch vastgemaak was met plakband! Een jaar later waren al onze aanbevelingen door hen af-fabriek aangebracht, dat dan weer wel, ze hebben heel veel van ons geleerd!.


Ook bleek, dat onze werkwijze, een kleine camera, zoals de LDK-14, gebruikt als portable in een meercamerasituatie, voor de Japanners totaal onbekend was. De "kleine" camera's waren absoluut niet te matchen met de grote Sony jongens vanwege matrixproblemen. Onze camera-guru Marten Westeng ging op uitnodiging naar Japan en ontdekte, dat de grote camera's 100 km verderop gebouwd werden dan de kleine versies (Our first Sony)…Hun matrixen verschilden totaal! Niet naar elkaar toe te praten dus. De twee fabrieken hadden geen weet van elkaar!
Onze onderhoudstechnicus Gerrit van der Werf sprak consequent over "Varkenskoppen Matrix", vanwege de altijd overheersende rose kleur van de beelden van de eerste Sony's, haha (Dat werd hem later trouwens verboden door het bedrijf :-).


Marten kon overigens een hele goeie baan krijgen bij Sony, maar hij bleef ons gelukkig trouw :-)

 
  Gerrit  
     
 
 
   
  Uiteindelijk liet de NOB de japanners weer achter zich en kregen we weer "echte" camera's. De huidige cameratechniek is vooruit geschoten, maar als je op een buizencamera had leren shaden, dan kon je het overal op :-)))  
     
  Willem Kroon, beeldtechnicus/shader 1987-2010 (©Muiden, mei 2013)  
     
 
 
     
  PS : ik ben er van overtuigd, dat er veel meer te zeggen is over typenummers van camera's, maar de genoemde types zijn slechts illustratief bij dit artikel :-)  
     
  Heb je opmerkingen, reacties of correcties? Mail naar info@omroepfoto.nl  
     
  Klik hier voor OmroepFoto's met de tag "Camera"  
     
  Klik hier voor OmroepFoto's met de tag "Techniek"  
     
  *** Kijk ook eens op http://www.marcelstvmuseum.com/  
     
 

Note : "Shaden" is het realtime kleurcorrigeren van alle camerashots tijdens een tv opname- of uitzending, een vak apart!

Zeer specialistisch, daar kwam ik achter, toen ik in 2010 ontslagen werd, haha

 
 
 
  *** Reacties  
   
  Uit ZEER betrouwbare bron ontving ik de volgende aanvullingen :  
     
 

  • De LDK 25 had kleinere (1") plumbicons dan de LDK 3 (1¼") , die van de LDK 14 waren nog kleiner (⅔").
  • De buizen zaten vast in afbuigjukken met de mogelijkheid ze naar voren of naar achteren te verschuiven (focus) en te draaien (dekking).  Na het inregelen niet vergeten weer vast te zetten ! Van 'aan de buisvoet hangen' was geen sprake, de buisvoet hing aan de buis :-)
  • De kamerakabel van de ldk 25 was Felten &  Guilleaume 753-5 , drie videoaders, plug was 39 polig. De kamerakabel van de ldk 3 was Felten & Guilleaume 756-1, zes videoaders, plug 98 polig.
  • De fabriek van Felten & Guilleaume was o.a. in Köln, later overgenomen door Philips / Draka, nu nkt in Leverkusen) In de oude gebouwen van F&G zijn nu o.a. tv-studio's, productiebureaus en een theater.

 
     
  Door Fons Nelen :  
     
 
  • Van de Philips camera LDK-25 was ook de versie LDK-5, die was cameratechnisch helemaal gelijk aan de LDK-25, maar waar de LDK-25 een multikabel had tussen camerakop en basestation, had de LDK-25 een Triax kabel.

  • Van de LDK-6 was ook een uitvoering LDK-26, maar die is in Europa nauwelijks gebruikt. De LDK-6 had 1 inch Plumbicons, terwijl de LDK-6 2/3 inch Plumbicons had.

Vriendelijke groeten, Fons Nelen